zondag 22 april 2012

Kinderen en seks in de media

Voor het vak Kindontwikkeling en mediapedagogiek heb ik de opdracht gekregen een verslag te schrijven over 'iets' dat te maken heeft met kinderen/onderwijs en media. Ik heb gekozen voor het onderwerp Kinderen en seks in de media. Wat komen kinderen in de basisschoolleeftijd tegen in de media wanneer het over seks gaat, wat is de invloed daarvan en hoe ga je als leerkracht of ouder hiermee om. 

Het doel van dit verslag is om een duidelijk beeld te krijgen van wat kinderen zien en horen in de media en of dit schadelijk is voor hen. Sommige beelden lijken onschuldig, maar vaak zit er ook een seksuele boodschap achter. Ook krijgt u een beeld van wat u als leerkracht of ouder kunt doen om blootstelling aan seks in de media te voorkomen, of te verminderen.
Omdat ik zo trots ben op het eindresultaat (namelijk het cijfer 10 voor het verslag!) wil ik het graag delen!!
Laura

donderdag 12 april 2012

Hoe ver moet je gaan?

Helaas kon ik bij het college van Nieuwsuur niet aanwezig zijn, maar met dank aan een medestudent heb ik toch het college kunnen zien op film. Ik kan je vertellen dat ik het moeilijk vind een blog te schrijven naar aanleiding van een college waar ik zelf niet in betrokken ben geweest, ook al heb ik wel de film hierover gezien. De betrokkenheid bij een onderwerp is vanzelfsprekend veel minder dan wanneer je zelf fysiek bij het college aanwezig bent. Natuurlijk kan ik mij wel verdiepen in de informatie er omheen. Dat ga ik dus ook doen.


Een gastdocent van Nieuwsuur is bij dit college aanwezig geweest. Nieuwsuur is een programma dat wordt gemaakt door de omroepen NOS en NTR. In dit programma wordt nieuws, sport en achtergronden aangeboden aan de kijker. Nieuwsuur is van maandag t/m zaterdag te zien op Nederland 2, van 22.00 uur tot 23.00 uur. Marielle Tweebeeke en Twan Huys presenteren de uitzendingen. Klik hier voor de internetsite van Nieuwsuur.


Vanuit het college kwam de vraag of het verantwoord is om alles maar te laten zien. Is het nodig dat alles wordt laten zien? Naar aanleiding van het nieuwsbericht over de Iraanse azielzoeker, Kambiz Roustayi, die zich in april 2011 in brand had gestoken op de Dam in Amsterdam, werd over een deel van het nieuwsbericht gesproken. In het nieuwsbericht is namelijk het telefoongesprek van een vriend van de man gefilmd, waar hij aan familie of vrienden het bericht overbrengt dat de man is overleden. Is het nu werkelijk nodig dat zo'n persoonlijk telefoongesprek gefilmd en uitgezonden moet worden? Voor het kijken van dit nieuwsbericht kunt u hier klikken.

Zo zijn er natuurlijk nog meer voorbeelden te noemen.
Neem bijvoorbeeld Ruben. Ruben is het 9-jarige jongetje dat op 12 mei 2010 als enige de vliegtuigcrash in Tripoli overleefde. Het jongetje heeft bij de crash zijn ouders en zijn 11-jarige broer verloren. Door zijn verwondingen is Ruben in het ziekenhuis opgenomen. Via een arts in het ziekenhuis heeft een journalist met Ruben kunnen praten. Hieronder staat wat er volgens de Raad voor de Journalistiek is gebeurd.

Enkele uren na de ramp zond de Libische staatstelevisie opnamen uit van het jongetje in het ziekenhuis. De beelden werden ook in Nederland uitgezonden op televisie en tevens verspreid via internetsites.

Gedrukte media en internetsites volgden weldra met het publiceren van een foto van de overlevende in zijn ziekenhuisbed omringd door medisch personeel. Enkele media beperkten zich niet tot het bekend maken van de voornaam van de gewonde jongen, maar vermeldden ook zijn familienaam. Bij de crash kwamen Rubens ouders en 11-jarig broertje om het leven.


Op vrijdag 14 mei publiceerde De Telegraaf op de voorpagina een artikel waarin een telefoongesprek wordt weergegeven dat een verslaggeefster van die krant daags tevoren voerde met Ruben in zijn ziekbed. Volgens het artikel kreeg zij hem aan de lijn doordat een van de behandelende artsen waarmee zij telefonisch in contact was gekomen, tijdens het gesprek plotseling zijn mobiele telefoon doorgaf aan Ruben. Volgens de weergave van het telefoongesprek wist Ruben toen nog niet wat hem was overkomen en evenmin dat zijn ouders en broertje waren verongelukt. De verslaggeefster deed hem hierover geen mededeling.
De journaliste zelf noemt het gesprek ‘hartverscheurend’.
Op het nieuwsbericht van De Telegraaf werd geschokt gereageerd door Nederland. Wie zendt nu zoiets uit? Nog steeds zijn er foto's van Ruben terug te vinden op het internet, waarop hij met zijn verwondingen in het ziekenhuisbed ligt. Hoe ver ga je? Wat laat je allemaal zien om maar zoveel mogelijk kijkcijfers te behalen? Is dit echt wat Nederland wilt zien?

Nee, dit is niet wat Nederland wilt zien! Het artikel in De Telegraaf heeft het ochtendblad talloze abonnees gekost. Er is een grens aan wat mensen willen zien!

Ik kan alleen voor mezelf spreken. Voor mij hoeft dit niet. De foto's van en het 'exclusieve interview' met Ruben zijn niet voor alle ogen en oren bestemd. Sommige zaken zijn prive en moeten prive blijven, net als wanneer je een telefoongesprek voert over het overlijden van een vriend. Zou jij op zo'n emotioneel en prive moment een camera op je neus willen hebben staan? Houd het voor mij maar bij de feiten! De feiten zijn soms al moeilijk genoeg. Laat de rest prive voor de mensen die in een moeilijke situatie verkeren. Zij vragen er niet om, om zo in het nieuws te komen.

In de uitspraakweergave van de Raad voor de Journalistiek, over de vliegtuigramp bij Tripoli, staat het volgende artikel vermeld:

Artikel 2.4.1 van de Leidraad stelt: “de journalist zal de privacy van personen niet verder aantasten dan in het kader van zijn berichtgeving redelijkerwijs noodzakelijk is. Een inbreuk op de privacy overschrijdt de grenzen van zorgvuldige journalistiek wanneer deze niet in redelijke verhouding staat tot het maatschappelijk belang van de publicatie”.


Do I need to say more?!

woensdag 14 maart 2012

De morele intuïtie van kinderen


Om ons voor te bereiden op het vierde college hebben we het boek De morele intuïtie van kinderen moeten lezen. In het boek wordt gesproken over morele intuïtie. Wat is het, hoe ontwikkel je het, wat kan je ermee?


Morele intuïtie wordt gevormd door het ontwikkelen van normen en waarden. Deze normen en waarden worden geleerd door te doen. Kinderen zien de normen en waarden die gehanteerd worden in de omgeving (het gezin, op school). De volwassenen in deze omgeving zijn de leermeesters voor de kinderen. Ook leren de kinderen wat goed en niet goed is, o.a. door de reacties die komen uit de omgeving. Je kunt denken aan het laten blijken van trots, maar ook het laten zien van teleurstelling. Als een ouder teleurgesteld is in het kind door iets wat het kind wel of juist niet gedaan heeft, ziet het kind dat wat hij dus wel of niet gedaan heeft, niet goed is en zal hier in het vervolg hopelijk beter over nadenken.
Wanneer kinderen in de pubertijd komen, komen ze in aanraking met groepsgebonden gewoontes. Binnen een bepaalde groep zullen normen en waarden aanwezig zijn die ze misschien in eerste instantie niet vanuit het gezin of school meegekregen hebben, maar die wel belangrijk zijn voor de groep. Of ze komen in aanraking met normen en waarden die juist niet in de groep aanwezig zijn, maar wel vanuit het gezin meegegeven zijn met het kind. Het kind zal dan gewoontes moeten bijstellen en eventueel moeten veranderen.


In het boek wordt ook het begrip 'vrijheid' besproken. Vrijheid betekent niet dat alles mag en dat er geen grenzen zijn. Vrijheid betekent dat je je leven kunt leven zonder dat de overheid zich daar in mengt. Het betekent dat je zelf keuzes mag maken en je leven mag inrichten zodat jij dat wil. Voorwaarde is wel dat jouw vrijheid niet ten koste gaat van de vrijheid van een ander.


Vanuit deze kennis zijn we doorgegaan met een dilemmareflectie. We hebben 4 groepen gemaakt waarin wij een dilemma moesten maken voor een andere groep en een andere groep maakte een dilemma voor ons. Het dilemma dat ons is voorgelegd was het volgende:


Ik ben leerkracht van groep 6 en om half negen komen de kinderen de klas binnen. In de gesprekken hoor ik dat de kinderen vragen hebben over drugs. Sommigen hebben de avond daarvoor Oh Oh Cherso gekeken en hier werd drugs in gebruikt. Enkele ouders hebben de gesprekken van de kinderen ook opgevangen en zij vertellen mij gelijk: ik wil absoluut niet dat je het met mijn kind over drugs gaat hebben. 
De vraag is nu: wat moet ik als leerkracht met deze situatie. We kregen tijd om wat verhelderingsvragen te stellen, maar op zich was het dilemma zelf al duidelijk genoeg.
Iedereen heeft al een mening en dat is natuurlijk goed. Er wordt gediscussieerd over hoe je deze situatie het beste kunt aanpakken. Allereerst sta ik met mijn mond vol tanden dat kinderen uit groep 6 Oh Oh Cherso kijken. Dit is natuurlijk een fictief dilemma, maar het komt ongetwijfeld voor dat jonge kinderen in aanraking komen met dit programma. Oh Oh Cherso is een programma waarin in groep Hagenezen zich laat gaan in het nachtleven van Chersonissos, waarbij overmatig drankgebruik, one night stands en drugs de normaalste zaak van de wereld zijn. Je begrijpt natuurlijk wel dat dit geen onderwerpen zijn voor groep 6. Maar dat terzijde, want de kinderen hebben het WEL gezien en jij moet deze situatie zien op te lossen. Je staat tussen kind en ouder in. Wat we ons alleen moeten afvragen is; voor wie zijn WIJ er? Zijn wij er voor de ouders of voor de kinderen? Uiteraard zijn wij er in de eerste plaats voor de kinderen. Je moet alleen wel rekening houden met de mening van de ouders. Om toch voor iedereen tot een goed einde te komen, kwamen we tot het volgende: op de bewuste ochtend kan je de kinderen heel kort vertellen over drugs. Je hoeft dan niet in te gaan op de goede of slechte dingen ervan en op de voor- en nadelen. Vervolgens zou ik, in overleg met directie of intern begeleider, bespreken hoe we dit onderwerp kunnen aanpakken. Het is ook belangrijk om zulke onderwerpen schoolbreed te bespreken. Als school kan je kiezen voor een informatieavond voor de ouders, waarin aangegeven wordt hoe op school omgegaan wordt met zulke onderwerpen. Verder kan je voor de ouders van je eigen klas een informatiebrief meesturen dat er uitgebreider zal worden ingegaan op dit onderwerp. Een ouders zou er eventueel nog voor kunnen kiezen om aan te geven dat het kind op dat moment niet in de klas mag zitten. Al heeft dat natuurlijk niet de voorkeur.

Er is zoveel meer hierover te zeggen, maar dan wordt dit wel een hele lange blog ;) Dus ik hou het hierbij.

Op leraar24.nl staat een interessant filmpje waarin gesproken wordt over morele vorming en vrijheid.
Kijk maar eens naar: Humanistisch vormingsonderwijs (HVO)

Laura

donderdag 8 maart 2012

Wereldburgerschap

Wereldburgerschap; wat is het precies? Op de site van het NCDO wordt veel informatie gegeven over het wereldburgerschap. Zij geven als definitie:
Wereldburgerschap is beseffen dat je, terwijl je hier leeft, toch betrokken bent bij de wereld buiten de landsgrenzen.
Een mooie definitie, maar hoe zie je nu of iemand een goed wereldburger is?
Een goede wereldburger weet dat buiten zijn of haar eigen wereld nog meer is. Het houdt niet op bij de grens van je eigen dorp, stad of land, maar gaat veel verder dan dat, namelijk wereldwijd. Ook heeft hij of zij respect voor mensen over de hele wereld en kan zich inleven in deze mensen. Een wereldburger is ook verbonden met de rest van de wereld, met wat daar gebeurt, dus niet alleen binnen Nederland, maar is ook verbonden met gebeurtenissen buiten eigen land. Verder is het belangrijk dat een wereldburger bereid is zelf stappen te nemen om samen te werken aan wederzijds respect, duurzaamheid, eerlijke verdeling van rijkdommen, rechtvaardigheid, vrede en veiligheid.

Oké, nu is dus duidelijk wat het inhoud om een goede wereldburger te zijn, maar hoe kan een leerkracht kinderen stimuleren om dit te worden?

Binnen het onderwijs kan je wereldburgerschap op diverse manieren integreren. Het is geen vak dat op het rooster staat, maar dat geeft niet. Als zich iets voordoet in de groep, school, buurt of wereld; je kunt het altijd gebruiken om de kinderen bewust te maken van het wereldburgerschap. Ik heb een mooi overzicht gevonden waarin duidelijk wordt gemaakt hoe je kunt werken aan wereldburgerschap.


Dit overzicht maakt wel duidelijk dat je bij veel gelegenheden aan wereldburgerschap kunt werken.
Bron: internetsite van NCDO

Je zult begrijpen dat er nog veel meer te schrijven is over het wereldburgerschap. Op de internetsite van NCDO kan je hierover verder lezen.

Maar wat betekent dit voor mijn eigen onderwijs? In het college is gevraagd hoe het onderwijs eruit zou moeten zien. Ik vind dat het doel van onderwijs is de leerling te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Maar hoe doe je dat? Op welke manier haal je het beste uit het kind? Ik denk gelijk aan balans, balans tussen de verschillende vakken. Er wordt vooral veel gelet op rekenen en taal. Natuurlijk is het belangrijk dat het kind hierin zo goed mogelijk ontwikkelt om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de wereld buiten de eigen kleine kring. Maar zoals ik net heb verteld houd het niet op bij de 'eigen kleine kring', het gaat allemaal veel verder dan je dorp, stad of land. Daarom zijn vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, economie, maar ook drama en muziek zeer belangrijk om op te nemen in je onderwijs. Geschiedenis van Nederland, maar ook van Europa en de rest van de wereld. Muziek en drama om je te kunnen inleven in anderen en daarbij ook het inleven in de mensen uit een ander werelddeel. Ik denk dat door een balans tussen alle vakken het optimale uit het kind kan worden gehaald om zich zo voor te bereiden op wat nog gaat komen, maar ook om zich te ontwikkelen als een goed wereldburger.

De laatste opdracht vanuit het college was: maak een Haiku over iets wat je geleerd hebt in dit college. Dit is die van mij:
Wereldburgerschap
Belangrijk in onderwijs
Begin bij het kind



Laura

woensdag 15 februari 2012

Thinking outside the box

Voor de voorbereiding van ons eerste college van Maatschappelijk Mediabewust, is ons gevraagd om oa een filmpje te bekijken op YouTube.

Teaching in the 21st Century

In dit filmpje word je als (aankomend) leerkracht met je neus op de feiten gedrukt. Als teacher in the 21st Century zal je diverse skills in huis moeten hebben.
Het begint ermee dat je verder moet kijken dan je neus lang is. In wat je onderwijst, moet je rekening houden met wat buiten de muren van je klaslokaal afspeelt. Daarbij is het ook belangrijk dat je als leerkracht in het oog houdt, wat de leerlingen in de buitenwereld en ook in de toekomst tegen zullen komen. Ze moeten worden voorbereidt op hun toekomst.

Als leerkracht zal je daarom bepaalde vaardigheden in huis moeten hebben. Het is bijvoorbeeld belangrijk om los te kunnen laten. Leerlingen kunnen zelf op onderzoek uit gaan om de antwoorden op hun vragen te vinden. Als leerkracht heb je natuurlijk wel de taak om de nieuwsgierigheid van de leerlingen op te wekken, je kan nieuwe ideeen aanreiken als ze vastlopen, of misschien motiveren om verder te zoeken. Je hebt een begeleidende rol in de proces. Dit zijn maar enkele van de vele vaardigheden de je moet bezitten.


Tijdens het college zijn de 3 domeinen van het burgeschap (democratie, identiteit en participatie) ruimschoots aan de orde gekomen. Binnen het wereldcafe dat in de klas was neergezet, hebben we in groepen hierover gepraat.

Hoe kan je deze begrippen een plek geven binnen je onderwijs?

Bij een democratie kan je bijvoorbeeld denken aan een rolverdeling binnen de klas. Je hebt een klassenvertegenwoordiger en diverse rollen die binnen de klas kunnen worden vervuld. Ook een leerlingenraad is hier een goed voorbeeld van. Hierbij wordt bijvoorbeeld ook gewerkt met een voorzitter. Bij participatie wordt door leerling en leerkracht actief deelgenomen aan een activiteit. De informatie komt niet alleen vanuit de leerkacht, maar de leerling is zelf ook actief bezig om zijn/haar kennis te vergroten. Ook is er ruimte voor het delen van kennis en meningen. Binnen deze democratie en participatie wordt ook de eigen identiteit van een persoon ontwikkeld. Om de ontwikkeling hiervan goed te kunnen volgen, kunnen kinderen een eigen kindportfolio ontwikkelen. Tijdens het gesprek in het wereldcafe hoorde ik over de identiteitscirkel die op een basisschool in Almere gebruikt wordt. In deze cirkel staat het kind centraal, in de binnenste cirkel. Daar omheen komt een cirkel met de omgeving die belangrijk is voor een kind, zoals thuis, school, vriendjes, enz. Een kind kan zelf aangeven in hoe grote mate de verschillende punten belangrijk voor hem/haar zijn.

Al met al vond ik het een heel interessant college. Ik ben ook heel erg benieuwd naar de volgende!
Tot ziens bij mijn volgende blog!

Laura

dinsdag 7 februari 2012

Mijn eerste blog!

Wow, dit is helemaal nieuw voor mij! De wereld van het 'bloggen'. Ik heb mij eerder nog niet bezig gehouden met bloggen, dus het wordt een nieuw avontuur. Wat zal ik allemaal schrijven en hoe kan ik mijn boodschap het beste overbrengen? Ik ben er zelf ook heel benieuwd naar! We zullen het meemaken ;-)

Het komende semester hoop ik heel veel te leren over mediapedagogiek. Een geheel nieuw traject voor mij en de Pabo om mee te starten. Ik ben nog erg aan het aftasten naar alles wat eraan komt. Een nieuw onderzoek, nieuwe colleges, nieuwe opdrachten en dan natuurlijk de blogs schrijven.

De komende weken zullen verschillende blogs van mij verschijnen. Ik vind het spannend! Veel lees- en leerplezier!